Dagboek Annelies Vervoort

Start ] [ Maandag ] Dinsdag ] Woensdag ]


Maandag

Het startschot

Om één uur ’s nachts landt onze charter in de militaire luchthaven van Tindouf. Terwijl ik de trappen van het vliegtuig afstap, zoek ik spontaan mijn camera om een foto van het uitzicht en de vliegtuigen te nemen. “Stop! Je weet toch dat het hier streng verboden is om te fotograferen, je wordt gearresteerd als je foto’s neemt!” roept één van de begeleiders me geïrriteerd toe. Al een misser van formaat om mijn reis mee te beginnen.

  Na de langdurige paspoortcontrole (Arabisch lijkt immers niet erg op Nederlands en dan duurt een reispascontrole wel erg lang) krijgen we onze bagage en kunnen we een bus instappen. De bus mist een raam en heeft een discolook, dit is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat ze nog van de jaren ‘70 afstamt.

Na een busrit van 1 uur komen we uitgeteld in het dorpje Smara aan. In een grote gebedszaal zit een groep gesluierde vrouwen op ons te wachten. Het blijken de moeders van de gastgezinnen te zijn waarin we deze week verblijven. We worden verdeeld in groepen van 4 of 5 personen. Ik zit in een groep met enkele oude schoolvriendinnen, dus dat belooft leuk te worden. Onze gastvrouw begeleidt ons in volkomen duisternis door het kamp naar haar huis. We zijn verbaasd dat er hier überhaupt al huisjes zijn, al zijn ze dan primitief opgetrokken uit klei.

  De vader van het gezin verwelkomt ons en probeert Spaans met ons te praten. Als ik had geweten dat ze naast het Arabisch ook Spaans praten had ik zeker een boekje meegebracht. Niemand van ons kent ook maar een woord Spaans dus we zijn aangewezen op gebarentaal. De vader, die Achmed heet, serveert op traditionele wijze mierzoete thee voor ons en daarna gaan we slapen.