Dagboek Annelies Vervoort

Start ] Maandag ] [ Dinsdag ] Woensdag ]


Dinsdag

Henna-day

Gebons op de deur : opstaan!

Tinne doet de deur open en kan het niet laten om uit te roepen: ‘Amai, dat is hier echt prachtig! Sta eens op!’. Tijdens de thee maakt de vrouw des huizes, Fatima, duidelijk dat ze niet snapt waarom we in onze slaapzak slapen en niet onder de dekens die ze ons gegeven heeft. We proberen met gebaren duidelijk te maken dat het onze gewoonte is om een slaapzak mee te nemen op reis, maar ze begrijpt het niet. We krijgen alles wat ze in huis hebben: brood, thee, koekjes,…

De stad Geel heeft per Belg een bedrag voor eten aan de gastgezinnen gegeven zodat ze geen te grote uitgaven moeten doen om ons eten te verzorgen.

  In de voormiddag bezoeken we drie plaatsen. Eerst gaan we met een stoffige bus naar een school voor mentaal gehandicapten. De stichter van de school legt ons uit dat de kinderen verschillende leerfasen moeten doormaken om zich te kunnen integreren in de gemeenschap en autonoom te worden.

Daarna bezoeken we een gewone school en ook een crèche. Het is merkwaardig dat al deze instellingen in de vluchtelingenkampen door vrouwen gerund worden. Bijna alle mannen zitten aan het front in de Westelijke Sahara of werken op het plaatselijke marktje.

 

 

Na de lunch en een siësta gaan we terug op pad naar de tuin van Smara. Daar worden alle groenten (zoals tomaten, uien en wortelen) voor het dorp geteeld met behulp van windschermen en irrigatiesystemen. Fruit krijgen we bijna niet voorgescoteld tijdens onze reis, enkel sinaasappels. Even later krijgen we de kans om met een  kameel te gaan wandelen en we bezoeken ook nog het plaatselijk ziekenhuis. In het ziekenhuis vragen we ons toch af of het allemaal wel hygiënisch is, zo vinden we enkele injectienaalden op de grond. De verloskamer ziet er het meest verzorgd uit.

  ‘s Avonds zijn we vlug moe, dus zouden we graag op tijd gaan slapen, maar dit is buiten José gerekend. Dat is een jongen van 22 die beweert dat hij van de familie is. Hij spreekt redelijk goed Frans en dat is wel een opluchting. We vragen hem enkele dingen te vertalen voor Fatima. Hij stelt heel veel vragen en blijft maar praten, het wordt ons wat te veel. Fatima staat erop om onze handen met henna te beschilderen.

  Ze smeert dikke klei aan onze vingertoppen, nagels en ook op onze handrug en handpalm. Dan wikkelt ze er een plastic zak rond. José vertelt ons dat we het er de hele nacht moeten oplaten. Niet echt comfortabel. Maar het is duidelijk dat we niet kunnen weigeren. Soms zijn ze hier bijna té gastvrij voor ons, Belgen.