Dagboek Annelies Vervoort

[ Start ] Maandag ] Dinsdag ] Woensdag ]


 Welkom!

Al 20 jaar leeft het Sahraoui-volk in Algerije in vluchtelingenkampen. Eerst waren ze nomaden in de Westelijke Sahara, waar er een kustlijn is en dus meer vruchtbare grond. Maar in 1975 palmde Marokko de Westelijke Sahara in en er brak een oorlog uit. De nomaden moesten vluchten. Algerije bood hulp aan de stroom van vluchtelingen en gaf hun een deel van zijn meest dorre woestijn om in te leven, in de buurt van Tindouf.

Het Sahraoui-volk bouwde stilletjes aan een gestructureerd kamp uit en kreeg hulp van enkele internationale organisaties zoals het Rode Kruis en Oxfam. De mannen zitten bijna allemaal aan het front om land proberen terug te winnen. Dit verzet noemt het Polisario-front.

Hilt Teuwen uit Geel werkt voor Oxfamsolidariteit en gaat de vluchtelingenkampen regelmatig bezoeken voor haar werk. Door haar betrokkenheid is de stad Geel uiteindelijk verzusterd met één van de kampen, Smara.

 

Tijdens de krokusvakantie trokken 70 jongeren en 30 volwassenen, waaronder ook een groepje Waalse en Vlaamse journalisten, op inleefreis naar Smara om kennis te maken met de Sahraoui’s en hun gebruiken. Ook leerden ze de plaatselijke jongerenbeweging en haar werking kennen.