Al
20 jaar leeft het Sahraoui-volk in Algerije in vluchtelingenkampen. Eerst waren
ze nomaden in de Westelijke Sahara, waar er een kustlijn is en dus meer
vruchtbare grond. Maar in 1975 palmde Marokko de Westelijke Sahara in en er brak
een oorlog uit. De nomaden moesten vluchten. Algerije bood hulp aan de stroom
van vluchtelingen en gaf hun een deel van zijn meest dorre woestijn om in te
leven, in de buurt van Tindouf.
Het
Sahraoui-volk bouwde stilletjes aan een gestructureerd kamp uit en kreeg hulp
van enkele internationale organisaties zoals het Rode Kruis en Oxfam. De mannen
zitten bijna allemaal aan het front om land proberen terug te winnen. Dit verzet
noemt het Polisario-front.
Hilt
Teuwen uit Geel werkt voor Oxfamsolidariteit en gaat de vluchtelingenkampen
regelmatig bezoeken voor haar werk. Door haar betrokkenheid is de stad Geel
uiteindelijk verzusterd met één van de kampen, Smara.
|